Geld & ik » Interviews » Zakgeld is leergeld

Zakgeld is leergeld

renskeRenske Berg (48) werkt bij Doras, een organisatie voor maatschappelijke dienstverlening in Amsterdam-Noord.

Wat houdt je werk precies is?

Ik hou me niet bezig met individuele cliënten, maar meer met groepen. Ik geef voorlichting en cursussen. Ik geef ook voorlichting op scholen aan zowel ouders als kinderen over omgaan met geld en financiële opvoeding.

Neemt het aantal probleemgevallen toe?

Ik weet niet of het toeneemt, maar wat je wel ziet is dat er steeds meer aandacht is voor jongeren die schulden hebben of die ermee te maken hebben omdat hun ouders schulden hebben.

Kan een kind eigenlijk wel een schuld hebben?

Eigenlijk ben je als minderjarige niet aansprakelijk voor de schulden die je maakt, maar je ouders of voogd. Maar aan de andere kant kunnen ouders een 17-jarige niet steeds aan het handje houden. En dan kan het zijn dat een jongere financiële problemen veroorzaakt en daar dan ook zelf voor moet opdraaien. Maar als deze het dan niet kan betalen wordt het vaak toch weer verhaald op de ouders. Wat je trouwens wel steeds meer ziet de laatste jaren zijn schulden die te maken hebben met het gebruik van mobiele telefoons. Kinderen van 16 die bijvoorbeeld op schoolreis naar Parijs gaan met hun mobieltjes bij zich, en na afloop een vette rekening krijgen omdat ze hun data-roaming niet hebben uitgeschakeld.

Waar maken kinderen vooral schulden mee?

Vaak mobieltjes en boetes voor brommers. Te hard rijden, zonder helm, en dat soort dingen. En de ziektekostenverzekering. In Nederland heeft iedereen een verplichte basisverzekering. Tot je 18e ben je gratis meeverzekerd. Vanaf je 18e moet je dat zelf doen. Doe je dat niet, dan bouw je iedere maand een schuld op ter hoogte van de premie van de basisverzekering, dat ligt rond de 100 euro. Sommige mensen weten het niet, hoewel alle ouders een brief daarover krijgen. Anderen weten het wel maar willen het niet. Ze denken; ik ben toch niet ziek en wil die 100 euro uitsparen. Na een half jaar heb je al een schuld van 600 euro. Dan krijg je een boete en moet je 130% gaan betalen en dan kan het aardig oplopen.

Kun je de kinderen hierop aanspreken?

Een 18-jarige moet zijn zaakjes kunnen regelen, maar ik vind ook dat het bij de ouders ligt om je kind daarop voor te bereiden. Je moet ze vertellen dat ze het nu zelf moeten regelen, en dat ze recht hebben op zorgtoeslag.

Lenen kinderen geld van elkaar?

Ik vraag dat op scholen wel eens. Het gebeurt wel, maar het wordt meestal wel terugbetaald. Dat is niet zo’n probleem. Overigens worden schulden bij familie en vrienden niet meegenomen in de schuldhulpregeling.

Wat vind je een belangrijk onderwerp bij de voorlichting?

We proberen de kinderen bij te brengen dat op ook echt op is. Vaak horen ze thuis; nou dan sluit je toch een leninkje af, of een kredietje met de creditcard. Maar dan zeggen wij; als je het deze maand niet kunt betalen, waarom dan volgende maand wel, dubbel. We hebben het met ze over sparen en lenen. Bijvoorbeeld als ze een scooter willen kopen en het geld niet hebben. We willen dat ze nadenken over de voor en nadelen. Als ze sparen krijgen ze rente, en als ze lenen moeten ze rente betalen. Het voordeel van lenen is dat ze nu onmiddellijk het geld hebben, en het nadeel van sparen is dat je even moet wachten. Maar het nadeel van lenen is dat je het geld weer terug moet betalen. Met rente. We vertellen ze ook dat ze soms jarenlang bezig zijn met terugbetalen, terwijl de scooter al lang kapot is, of weg.

Begrijpen ze wat je wil zeggen?

Sommigen wel, anderen niet. In eerste instantie zijn de jongeren wel geïnteresseerd als je iets over geld komt uitleggen. Maar als ze begrijpen dat je ze niet gaat uitleggen hoe ze later een villa met zwembad kunnen krijgen, maar dat je ze eigenlijk komt waarschuwen, haken ze vaak af. We leggen ze uit wat de consequenties zijn van schulden. Bijvoorbeeld dat als je je huur maar lang genoeg niet betaald dat je dan op straat komt te staan. Als we dan doorvragen merken we dat sommige kinderen precies weten wat schuldhulpverlening inhoudt. Waarschijnlijk omdat hun ouders ermee te maken hebben gehad, of iemand in hun omgeving. En dat is pijnlijk om te constateren.
In het begin toen ik in Amsterdam Noord op de scholen kwam zag ik overal kinderen met dure Uggs en Eastpacks en dacht ik dat ze allemaal rijk waren. Toen begreep ik van de mentor dat het huis van de een ontruimd was, dat de ander was afgesloten van gas en licht. Het zijn toch vaak de ouders die de prioriteiten anders stellen.

Betrek je de ouders ook in het verhaal?

Op de basisscholen doen we dat wel. Dan ga ik met mijn voorlichtingsmateriaal naar ouderbijeenkomsten. Bijvoorbeeld om te uit te leggen waarom het goed is om je kind zakgeld te geven. Veel ouders willen dat hun kind die zorgen niet heeft, of ze zijn bang dat het alleen maar naar de snackbar gaat. Terwijl uit onderzoek blijkt dat zakgeld leergeld is. Ze leren met geld om te gaan, en dat op op is. Als je je zakgeld krijgt en je rent meteen naar de patatzaak, dan is het geld op als je dat mooie potlood wilt kopen. Je kunt het geld maar een keer uitgeven.

Is zakgeld niet ingeburgerd?

Bij Nederlanders wel, maar niet bij mensen van buitenlandse komaf. Dat kennen ze vaak niet.

Zie je veel gezinnen met kinderen in de problemen?

Heel veel. Ik heb vaak te doen met die kinderen, die in armoede opgroeien. En dat komt zeker niet altijd omdat het slechte ouders zijn. Veel mensen raken ook in financiële problemen door botte pech. Je raakt je baan kwijt en kan de huur of hypotheek niet meer betalen, je partner valt weg door dood of echtscheiding. Als zo’n kind dan bij je komt weet je dat deze mensen vaak al een hele tijd aanmodderen. De drempel om hulp te zoeken is toch vrij hoog, vaak door schaamte. Vaak geven ze financieel voorrang aan de verkeerde dingen. Je bent dan soms jaren verder voordat je zo’n gezin weer op de rit hebt. Dat vind ik wel sneu voor die kinderen. Ze kunnen nooit eens wat leuks doen, nooit op vakantie.

Komen die gezinnen daar uit?

Sommigen komen eruit, en daar heb ik grote bewondering voor. Ze moeten flink bezuinigen en echt elk dubbeltje omdraaien. Ze zijn heel creatief met wat ze hebben en proberen hun kinderen er niet mee te belasten. Ze doorlopen het hele schuldhulpverleningstraject en zijn uiteindelijk schuldenvrij. Daarna zijn ze extra blij. Ze zijn vaak zo gewend met weinig te leven, dat er ineens een heleboel mogelijk is.
Maar er zijn ook mensen die willen of kunnen het niet begrijpen en die blijven de verkeerde keuzes maken. In plaats van de huur te betalen, kopen ze dan een paar Uggs voor hun kind, die kosten zo een paar honderd euro. Bijvoorbeeld omdat hun kind gepest wordt. Dan zeg ik: goed dat je Uggs gekocht hebt. Dan heeft je kind wat warms als jullie onder de brug terecht komen.

Wat vertellen jullie de ouders bij de groepsvoorlichting?

Dat ze hun kinderen met geld leren om te gaan door zelf het goed voorbeeld te geven. En dat ze moeten uitkijken dat hun kinderen geen schulden maken omdat zij er tot hun 18e verantwoordelijk voor zijn. We geven dan ook wat voorbeelden. Bijvoorbeeld de problemen met mobiele telefoons en scooters. En we vertellen ze dat ze hun kinderen kunnen stimuleren om een bijbaantje te nemen. Zodat ze de waarde van het geld leren kennen. Vijf euro is niks, maar voor vakkenvullers van 16 jaar betekent vijf euro twee uur werken. En dan is het opeen heel veel geld. Zeker als je om 7 uur moet beginnen op zaterdagochtend.
We leggen ze ook uit dat kinderen niet altijd zielig zijn als ze iets niet kunnen krijgen. Je kunt het ze best uitleggen dat er iedere maand een bepaald bedrag binnenkomt en dat de huur, verzekering en alles veel geld kost. En dat je per maand maar 50 euro overhoudt en dat het daarom niet gek is dat het kind nu geen mobiele telefoon krijgt van 800 euro. Als je het zo uitlegt, snappen kinderen het wel. Dan neem je ze ook serieus.

Heb je een vraag aan Renske? Stel 'm hier.

Zoeken

Interviews